Inbegrepen GRATIS producten
Getopte vs. niet-getopte wietplanten: is toppen de moeite waard?
Topping is een zeer populaire trainingstechniek onder wietkwekers. Maar wat zijn de voor- en nadelen? Is deze HST-techniek het echt waard? Ontdek het hieronder!
Topping is een populaire trainingsmethode onder wietkwekers. Door hierbij het topje van een groeiende wietplant af te snijden, dwing je de plant om compacter te groeien. Ze begint haar energie daarbij over twee hoofdtakken te verdelen in plaats van één, die later bedekt zullen worden met toppen. Aan de andere kant worden niet-getopte planten groter en groeien ze sneller, omdat ze geen last hebben van de stress en verticale beperkingen die met toppen gepaard gaat.
Inhoud:
Wat is topping?
Topping is een high-stress trainingstechniek voor wiet die meestal heel vroeg in het vegetatieve stadium wordt toegepast. In principe haal je hierbij simpelweg de groeipunt van een plant met een snoeischaartje of scheermesje weg. Dit dwingt haar om twee hoofdstengels te ontwikkelen. Daarnaast wordt ze gestimuleerd om haar energie te richten op lager gelegen takken en bladeren. Dit resulteert in een compactere, bossigere plant in plaats van een grote wietplant met één lange hoofdstengel.
Verschillen tussen getopte en niet-getopte wietplanten
Topping is erg stressvol voor wietplanten. En als je pas net begint met wiet kweken, kan het ook wat contra-intuïtief en wat eng lijken om de top van een wietplant zomaar af te knippen. Sterker nog, veel ervaren kwekers kiezen ervoor hun planten gewoon op natuurlijke wijze te laten groeien. Hieronder vind je enkele belangrijke verschillen tussen getopte en niet-getopte wietplanten. Baseer op basis hiervan of je wilt toppen of niet. Lees snel verder!
1. Getopte versus niet-getopte wietplanten: ze groeien heel anders
Als je wietplanten gewoon hun ding laat doen, groeien ze in de lengte in plaats van in de breedte. Ze ontwikkelen daarbij een kerstboomachtige structuur. Planten die niet zijn getopt, hebben daarbij de neiging om één sterke stengel te ontwikkelen. Deze wordt veel groter dan de rest, en tijdens de bloeifase groeien hier de meeste toppen op. Het compacte toppencluster dat hierop ontstaat, wordt ook wel de 'hoofdcola' genoemd. Tegelijkertijd ontwikkelen de onderste takken van de plant minder en vaak kleinere toppen.
Getopte wietplanten worden daarentegen veel voller. Nadat de top is afgeknipt, is de plant in een soort staat van shock. Ze wordt daarbij gedwongen om haar energie in de onderste delen te steken. Als je je planten topt, worden ze dan ook kleiner en krijgen ze een gelijkmatiger bladerdak. Dit resulteert in een betere lichtpenetratie. Een paar weken na het toppen zie je ook dat er twee hoofdstengels uit de centrale stengel beginnen te groeien; dit worden de nieuwe hoofdcola’s.
Als je van plan bent om je plant te toppen, kun je dit het beste zo vroeg mogelijk in de vegetatieve fase doen, wanneer ze drie tot vijf knopen/echte bladeren heeft ontwikkeld. Je moet deze fase ook met minstens een week verlengen. Dit zorgt er namelijk voor dat de plant van de stress kan herstellen. Verder creëert toppen een 'open wond', wat de plant vatbaar maakt voor ziekteverwekkers, en kan vocht zich rond de lagere delen gaan ophopen, omdat het bladerdak voller is. Gebruik daarom altijd gesteriliseerde tools en houd de luchtvochtigheid in de gaten!
2. Getopte vs. niet-getopte planten: de oogsten zijn anders
Veel kwekers zweren bij toppen om de oogst te verbeteren. Toch is dit geen garantie.
We weten nu dat topping in een bossige groei en de ontwikkeling van meerdere cola's resulteert. Daarentegen oefen je hiermee ook veel stress uit op jonge wietplanten, wat leidt tot een langzamere groei in de eerste week na het toppen. En in sommige gevallen kan dit zelfs nog langer duren.
Als je plant niet genoeg tijd krijgt om van de stress van het toppen te herstellen, kan de uiteindelijke oogst zwaar tegenvallen. Wanneer ze echter voldoende tijd krijgt, kun je uitgaan van een berg compacte en harsrijke toppen (veel kwekers zweren bij HST-technieken als deze om de harsproductie te bevorderen).
Niet-getopte planten die geen stress ervaren, groeien doorgaans sneller en op een gezondere manier. Wel produceren ze over het algemeen minder toppen in de onderste delen. In plaats daarvan sturen ze het grootste deel van hun energie naar de hoofdcola. Soms produceren niet-getopte planten juist ook meer toppen dan getopte wietplanten, alhoewel sommigen beweren dat de toppen van niet-getopte planten minder compact zijn en minder hars aanmaken. Dit heeft echter ook voor een groot deel met de genen van een plant en de omgeving te maken.
3. De voor- en nadelen van getopte vs. niet-getopte wietplanten
Laten we nu de belangrijkste voor- en nadelen van getopte en niet-getopte wietplanten eens op een rijtje zetten:
Voordelen van getopte planten
- Getopte planten ontwikkelen minstens twee hoofdcola’s en zijn in staat om meer energie naar lagere toppen te sturen. Dit kan resulteren in een grotere oogst.
- Getopte planten blijven klein en compact. Dit is ideaal voor een onopvallende buitenkweek, of bij beperkte ruimte als je binnen kweekt.
- Sommige kwekers beweren dat toppen de harsproductie bevordert.
- Toppen vermindert de natuurlijke apicale groei van wiet en bevordert een lager, gelijkmatiger bladerdak. Hierbij ontvangen meer delen van de plant genoeg licht.
Nadelen van getopte planten
- Topping kan voor beginnende kwekers een behoorlijke uitdaging zijn.
- Toppen creëert een soort ‘open wond’, waardoor een wietplant eerder aan ziekteverwekkers en bacteriën wordt blootgesteld.
- Toppen zorgt voor bossige planten, waardoor vocht sneller blijft hangen. Als je dit niet goed in de gaten houdt, kan er schimmel ontstaan.
- Toppen veroorzaakt intense stress, wat in eerste instantie tot een groeiachterstand leidt. Dit moet je compenseren met een verlengde vegetatieve fase. Wanneer je de bloeitijd niet handmatig kunt bepalen (bijvoorbeeld buiten), kan dit de grootte van de plant en mogelijk ook de oogst beïnvloeden.
Voordelen van niet-getopte planten
- Niet-getopte planten kunnen op natuurlijke wijze groeien. Dit is ideaal voor beginners met weinig tot geen ervaring.
- Niet-getopte planten ontwikkelen een sterke hoofdcola die veel licht opneemt en grote, compacte toppen kan produceren.
- Niet-getopte planten groeien sneller. Ze hebben daarbij geen extra groeitijd nodig voordat ze in bloei gaan.
- Niet-getopte planten worden hoger, wat ideaal is als je je niet druk hoeft te maken om ruimte of discretie. Dit is ook handig als je andere planten in je tuin wilt overschaduwen.
Nadelen van niet-getopte planten
- Niet-getopte planten behouden hun apicale groei en worden van nature hoger. Dit kan problematisch zijn voor binnenkwekers met beperkte ruimte of buitenkwekers die zo discreet mogelijk willen kweken.
- Niet-getopte planten concentreren zich vooral op het ontwikkelen van één grote hoofdcola. Hierdoor worden de toppen op de onderste takken luchtiger, en lichter.
- Niet-getopte planten kunnen een ongelijk bladerdak ontwikkelen. Dit maakt het lastiger voor (zon)licht om lagere toppen te bereiken. En dat heeft weer invloed op de ontwikkeling ervan.
- Niet-getopte planten produceren mogelijk minder hars en een kleinere oogst.
Zorgt topping voor een betere oogst?
Een van de belangrijkste redenen waarom wietkwekers hun planten toppen, is om de oogst te verbeteren. En inderdaad, vaak zal een getopte wietplant meer opleveren dan een niet-getopte plant.
Houd er echter rekening mee dat dit geen garantie is. Het toppen en verzorgen van planten nadat ze zijn getopt, vereist vaardigheid en ervaring. En het is ook belangrijk dat je topping met andere vormen van training/verzorging combineert.
Ter compensatie van de groeiachterstand na het toppen, verlengen de meeste kwekers de groeitijd van hun plant (binnen) of toppen ze heel vroeg in het seizoen (buiten). Bovendien moet je extra aandacht besteden aan het beschermen van je wietplant tegen bacteriën en schimmels, die via het getopte deel (de ‘open wond’) kunnen binnendringen.
In de herstelperiode nét na het toppen zijn veel planten ook gevoeliger voor schommelingen in voeding en voor water. Sterkere wietplanten herstellen over het algemeen wat sneller. Het is hoe dan ook belangrijk dat je vertrouwd raakt met de behoeften van je planten en dat je weet hoe je ze moet verzorgen!
Topping naast andere trainingstechnieken gebruiken
Om het oogstpotentieel van een plant echt te vergroten, combineren veel kwekers toppen met andere low-stress en/of high-stress trainingstechnieken. Enkele veelvoorkomende combinaties zijn:
- Toppen en low-stress training (LST): dit zorgt voor een betere luchtstroom en bevordert de lichtpenetratie.
- Topping, main-lining en lollipopping: hierdoor richt een plant haar energie op meer hoofdcola’s, wat de topontwikkeling op die plekken bevordert.
- Toppen en supercroppen: hiermee maak je compacte planten wat opener en maximaliseer je de opname van voedingsstoffen en water tijdens de vegetatieve fase.
Waar je op moet letten bij het toppen van buitenplanten
Als je buiten kweekt, houd er dan rekening mee dat toppen soms behoorlijk uitdagend kan zijn. De open wond die door topping ontstaat, kan een voedingsbodem zijn voor bacteriën en andere ziekteverwekkers, zeker buiten. Neem dus extra voorzorgsmaatregelen om ervoor te zorgen dat je plant niet geïnfecteerd raakt!
Buiten kun je bovendien de groeitijd van je plant niet verlengen. Dus als je wilt toppen, doe dit dan in een vroeg stadium, wanneer de plant ongeveer drie knopen heeft. Top je te laat, dan geneest de open wond mogelijk niet volledig. Dit kan vervolgens resulteren in een groeiachterstand, slechte oogst en zelfs hermafroditisme.
Kwekers van autoflowers opgelet!
Wanneer je graag autoflowering soorten kweekt, raden we je aan om geen stressvolle trainingsmethodes toe te passen. Hoewel sommige kwekers hun autoflowers wél toppen, hebben deze strains maar een korte vegetatieve fase van 3-4 weken. Ze zullen daarom waarschijnlijk niet volledig herstellen van de stress voordat ze de bloeifase ingaan.
Is topping de moeite waard?
Veel wietkwekers zweren bij toppen, en terecht. Met deze high-stress techniek kun je namelijk het maximale uit je wietplanten halen en uitzonderlijke oogsten binnenhalen. Het is echter wel cruciaal om te beseffen wat toppen met je planten doet. Je moet daarbij goed aan kunnen voelen hoe je wietplanten eraan toe zijn, en weten hoe je ze moet verzorgen, want topping maakt ze zeer kwetsbaar. In de meeste gevallen is toppen dan ook alleen geschikt voor ervaren kwekers.