By Max Sargent


In 2023 stelden Israëlische wetenschappers vast[1] dat Cannabis sativa onder gecontroleerde omstandigheden geïnfecteerd kan worden met het cucurbit chlorotic yellows virus (CCYV). Met witte vlieg als vector was het virus in staat cannabisplanten te besmetten, waarna deze de bekende chlorotische verkleuring en andere typische tekenen vertoonden die ook bij geïnfecteerde komkommerachtigen optreden. Dit betrof natuurlijk een onderzoek en geen daadwerkelijke uitbraak in de industrie. Het bewijst echter wel dat wiet kwetsbaar is voor CCYV. Er is dan ook veel ongerustheid onder kwekers, met name op plaatsen waar de plaagdruk van witte vlieg hoog is.

Onder wiettelers is CCYV geen bekende naam; tijd om daar verandering in te brengen. Want waar het virus in eerste instantie een gevaar is voor soorten uit de komkommerfamilie, heeft het zich inmiddels uitgebreid tot nieuwe gastheersoorten. Daarmee vormt het een reëel risico voor de commerciële wietteelt, want een kleine uitbraak kan enorme economische schade opleveren. Als je echter weet hoe CCYV planten infecteert, de symptomen ervan kent en proactieve strategieën toepast, kun je veel leed voorkomen.

Wat is het cucurbit chlorotic yellows virus (CCYV)?

Cannabisplant met reageerbuis en vraagteken op groene achtergrond, onderzoek naar CCYV-virus.

Het cucurbit chlorotic yellows virus (CCYV) behoort tot het geslacht van crinivirussen uit de familie van Closteroviridae. Crinivirussen zijn positief enkelstrengs RNA-virussen die erom bekendstaan verwelkingsziektes te veroorzaken in gastheerplanten.

CCYV werd begin jaren 2000 voor het eerst beschreven in Japan na een uitbraak in de meloenteelt. Sindsdien is de virusinfectie aangetroffen in meer landen in Azië, het Midden-Oosten, Zuid-Europa en Amerika. Waar het eerst beperkt bleef tot komkommerachtigen, blijkt uit recent onderzoek dat CCYV onder de juiste omstandigheden meer plantensoorten kan infecteren. Bij wiet is CCYV geen wijdverbreid probleem, maar dit kan zomaar veranderen.

Het verraderlijke van CCYV is dat je een infectie vaak niet op tijd kunt herkennen. Geïnfecteerde planten kunnen nog een aantal dagen tot weken gezond lijken, voordat de eerste tekenen zichtbaar worden. In die periode kan het virus zich echter wel verspreiden via de belangrijkste overdrager: de tabakswittevlieg (Bemisia tabaci).

Extra problematisch aan CCYV is dat het zich aanpast aan het ecosysteem van kassen, waar ongedierte het hele jaar actief kan blijven. Het virus wordt niet mechanisch overgedragen, maar is afhankelijk van witte vlieg voor verspreiding. Zodra de witte vlieg het virus heeft opgenomen, blijft het aanwezig in de voordarm van het insect. Wanneer het zich vervolgens aan andere planten voedt, wordt het virus overgedragen. Het kan niet circuleren en repliceren in de witte vlieg, maar blijft lang genoeg in het insect aanwezig om moeiteloos een hele teelt om zeep te helpen.

In tegenstelling tot via de lucht overdraagbare ziekteverwekkers kan CCYV zich niet zelf van plant tot plant verspreiden; het heeft dus een drager nodig. En dat is precies waar je als kweker het verschil kunt maken. Hoe? Met de juiste bestrijding van witte vlieg.

Hoe tast CCYV hennep- en wietplanten aan?

Cannabis is gelukkig geen traditionele gastheer voor CCYV. Toch bevestigen experimentele infectiestudies dat de plant er onder bepaalde omstandigheden wel vatbaar voor is. Deze omstandigheden hangen samen met genetische factoren, plantenstress en blootstelling aan vectoren. Omdat de wietteelt intensieve methoden gebruikt, zoals stekken en monocultuur, zijn de omstandigheden vaak ideaal voor de verspreiding van het virus.

Bij wietplanten kan CCYV de vitaliteit op meerdere manieren verlagen[2]. Ten eerste verstoort het de productie en distributie van chlorofyl, wat het vermogen tot fotosynthese beperkt. Dit resulteert in een tragere groei, slechte opname van voedingsstoffen en verhoogde vatbaarheid voor andere opportunistische pathogenen. Bij bloeiende planten kan CCYV mogelijk ook de productie van trichomen verminderen. Dit heeft weer een impact op zowel de sterkte als het uiterlijk van de wiet.

Tekenen van het cucurbit chlorotic yellows virus

De grote uitdaging met CCYV is dat de symptomen ervan lijken op andere veelvoorkomende problemen bij cannabis. Denk aan een stikstoftekort, te veel water en hittestress. Als gevolg hiervan blijft de virusinfectie vaak onopgemerkt totdat er een link wordt gelegd met een plaag van witte vlieg of bepaalde systemische patronen.

Dit zijn bij wietplanten de belangrijkste symptomen van een infectie met CCYV:

  • Vergeling tussen de bladnerven (chlorose): dit is het bekendste kenmerk van een infectie met CCYV. Het begint meestal in de oudere bladeren, maar kan zich snel door het bladerdak verspreiden.
  • Bladeren krullen en worden broos: de kans bestaat dat bladeren omhoog of omlaag krullen en op den duur kwetsbaarder worden.
  • Zwakkere stelen: CCYV kan de ontwikkeling van celwanden belemmeren, resulterend in zwakke stelen die sneller buigen of breken.
  • Misvormde toppen: aangetaste wietplanten produceren vaak misvormde, te kleine of slecht ontwikkelde toppen met maar weinig hars.
  • Necrotische vlekken op de bladeren: in latere stadia van de infectie kunnen er op oudere bladeren necrotische vlekken ontstaan.
  • Een algehele vermindering van groeikracht: de groei vertraagt, de plant maakt minder takken aan en de algehele ontwikkeling vertraagt.

Het kan even duren voordat de tekenen van CCYV zichtbaar zijn, vooral in koele omstandigheden of een omgeving met weinig licht. Maar zodra het virus voet aan de grond krijgt, is er niets meer dat je kunt doen om het tegen te gaan.

Drie cannabisplanten in pot met CCYV-symptomen, gele en gekrulde bladeren op groene achtergrond.

Hoe verspreidt CCYV zich onder wietplanten?

De verspreiding van CCYV hangt direct samen met het gedrag van de witte vlieg. Dit is een veelvoorkomende plaag bij cannabis die talloze gevaren met zich meebrengt, waaronder:

  • De opname en overdracht van virussen: witte vlieg hoeft zich maar 30-60 minuten met een geïnfecteerde plant te voeden om besmet te raken met CCYV. Zodra het insect het virus in zijn lichaam heeft, blijft het tot wel 48 uur aanwezig in de voordarm. In die tijd kan het meerdere planten infecteren.
  • Snelle vermenigvuldiging: onder optimale omstandigheden (25–30 °C met een gemiddelde luchtvochtigheid) kan de populatie witte vliegen zich elke 5 tot 7 dagen verdubbelen.
  • Beperkte natuurlijke bestrijding binnen: omdat het binnen ontbreekt aan natuurlijke vijanden zoals lieveheersbeestjes of sluipwespen, kan de teeltomgeving al snel een broedplaats voor witte vlieg worden.
  • Hoge mobiliteit: de witte vlieg kan meerdere meters per dag afleggen, vooral bij verstoring. Zo kan de plaag zich snel door je kweekruimte verspreiden en meerdere planten besmetten.

Het is belangrijk om op te merken dat CCYV niet zaadoverdraagbaar is. Het kan zich ook niet via stuifmeel of contact met de bladeren verspreiden. Toch kan menselijk ingrijpen indirect bijdragen aan de verspreiding. Zo kunnen verontreinigde handschoenen of gereedschappen die in contact zijn gekomen met het sap van een geïnfecteerde plant het virus ook overdragen.

Ook geïnfecteerde stekken kunnen het virus overbrengen en dat is vooral een risico als ze in of tussen teeltfaciliteiten worden verplaatst. Daarnaast kan contact met geïnfecteerde komkommerachtigen in de omgeving ook het risico op een besmetting van je wietkweek verhogen.

Nogmaals, omgevingsomstandigheden zijn van grote invloed op de spreiding van CCYV. Een hoge luchtvochtigheid en slechte ventilatie zijn niet alleen gunstig voor de voortplanting van de witte vlieg, maar ook voor de stabiliteit van het virus. Een aantal witte vliegen in de kweekruimte is al genoeg om razendsnel alle planten met CCYV te besmetten.

De economische en agrarische impact voor wietkwekers

Cannabis-kweker met reageerbuis, munten en dalend rood grafiek op groene achtergrond, tonen economische impact.

Voor commerciële cannabisproducenten kan CCYV uitgroeien tot een groot probleem. Ze hebben tenslotte te maken met krappe marges en strenge regels. Een virusuitbraak kan de kwaliteit van het product verlagen, de oogsttijd vertragen en zelfs een complete oogst vernietigen.

Dit zijn de belangrijkste economische gevolgen van CCYV voor wiet:

  • Opbrengstverlies: onderzoeken tonen aan dat CCYV bij aangetaste komkommerachtigen de totale biomassa van planten tot wel 50% kan verminderen. Er zijn inmiddels aanwijzingen dat dit bij wietplanten vergelijkbaar is. Dit geldt zeker voor grootschalige teeltoperaties, waar het moeilijk is virussen en ongedierte op tijd onder controle te krijgen.
  • Minder THC en terpenen: bloeiende wietplanten die met CCYV geïnfecteerd zijn, produceren mogelijk minder hars. Hierdoor bevat het eindproduct ook minder cannabinoïden en terpenen. Dit heeft natuurlijk ook een negatief effect op de marktwaarde.
  • Kosten van diagnose en bestrijding: om een infectie met CCYV vast te stellen, ben je afhankelijk van laboratoriumtests. Dit kan behoorlijk prijzig zijn, zeker bij het analyseren van meerdere planten.
  • De kosten van pesticiden en biologische bestrijdingsmiddelen: het regelmatig bespuiten van planten of introduceren van nuttige roofinsecten in de kweekruimte kan aardig in de papieren lopen. En het brengt niet alleen de winst in gevaar, maar ook het milieu.
  • Reputatieschade: wanneer klanten toppen van slechte kwaliteit in handen krijgen, tast dat het aanzien van de producent aan. Een verlies aan vertrouwen kan resulteren in een dalende verkoop.

Hoe kun je CCYV bij wietplanten voorkomen en onder controle houden?

Cannabisplant met beschermend schild en reageerbuizen op groene achtergrond, illustreert CCYV-preventie in wietgewassen.

Voor CCYV bestaat er geen remedie, dus voorkomen is het beste wat je als wietkweker kunt doen. Verder is het belangrijk dat je met geïnfecteerde planten de juiste aanpak volgt om verdere verspreiding van het virus te verhinderen.

Bij het beheersen van CCYV in cannabis is het belangrijk dat je aangetast plantenmateriaal direct verwijdert. Daarnaast moet je de vectoren bestrijden en inzetten op een betere preventie. Met dat laatste bedoelen we een veelzijdige benadering die mechanische, chemische en biologische methoden combineert.

Preventieve strategieën voor CCYV

Effectieve preventie van CCYV begint al voordat je gaat planten en strekt zich uit over de hele teeltcyclus.

  • Begin met zuiver kweekmateriaal: haal je stekken of zaden altijd bij betrouwbare, erkende leveranciers. Koop geen planten bij telers die zowel wiet als groente verbouwen, tenzij er strikt gescheiden wordt gewerkt.
  • Isoleer en observeer nieuwe planten: zet net binnengekomen planten eerst 10-14 dagen in quarantaine in een afzonderlijke ruimte. Wees alert op witte vliegen en vreemde bladverkleuringen.
  • Desinfecteer alle gereedschappen en oppervlakken: gebruik bleek of waterstofperoxide om snoeischaren en irrigatiemateriaal schoon te maken na gebruik. Vergeet ook niet om regelmatig je wegwerphandschoenen te vervangen.
  • Creëer een gesloten omgeving: dek ventilatieopeningen af met gaas van 150 micron of nog fijner. Gebruik positieve luchtdruk om te voorkomen dat insecten in je kweekruimte komen.
  • Installeer luchtsluizen en vangplaten: door tussen verschillende ruimtes voorkamers of luchtsluizen te gebruiken, kun je de verspreiding van ongedierte sterk terugdringen. Lokvallen en vangplaten zijn een goede manier om witte vliegen te vangen, voordat ze je planten bereiken.
  • Houd wietplanten uit de buurt van komkommerachtigen: kweek je buiten of in een polycultuur? Zet je wiet dan niet in de directe omgeving van pompoen-, komkommer- of meloenplanten. Naast dat ze besmet kunnen zijn met CCYV, trekken ze ook witte vlieg aan.
  • Introduceer natuurlijke vijanden: gebruik nuttige insecten zoals lieveheersbeestjes om de witte vlieg in een vroeg stadium onder controle te houden. Deze roofinsecten verlagen de noodzaak voor chemische middelen. Daarmee passen ze binnen een duurzame, biologische methode van gewasbescherming.

Om de kans op witte vlieg in je wietkweek te minimaliseren, helpt het ook veel als je een goede hygiëne volgt. Let op het volgende:

  • Gebruik afzonderlijke kleding voor elke teeltruimte of desinfecteer goed voordat je een nieuwe ruimte binnengaat.
  • Houd een logboek voor ongediertebestrijding bij en voer regelmatige bladinspecties uit.
  • Controleer wekelijks op de aanwezigheid van witte vlieg in de kweekruimte.
  • Wissel biologische bestrijdingsmiddelen (roofinsecten, parasitoïden) af om resistentie te voorkomen.

Behandelopties voor met CCYV geïnfecteerde wietplanten

Heb je eenmaal vastgesteld dat er sprake is van een infectie met CCYV, dan moet je snel actie ondernemen. De aanpak begint met het verwijderen van geïnfecteerd materiaal en het veilig en snel bestrijden van vectorpopulaties.

  • Verwijder symptomatische planten: planten die tekenen van CCYV vertonen, moet je zo snel mogelijk verwijderen en afvoeren in stevige zakken. Als de lokale wetgeving het toestaat, raden we aan de geïnfecteerde planten te verbranden. Is dat niet mogelijk, dan gooi je ze in een afgesloten afvalbak. Je kunt besmette planten ook naar een aparte, geïsoleerde kweekruimte verplaatsen en laten afbloeien. Op deze manier kun je tenminste nog iets oogsten. Maar gooi planten waarvan je denkt dat ze met CCYV of een ander pathogeen geïnfecteerd zijn nooit op de compost.
  • Specifieke insecticiden: insectengroeiregulatoren (IGR's) en tuinbouwoliën kunnen effectief witte vlieg bestrijden.
  • Biologische bestrijdingsmiddelen: sluipwespen, zoals Encarsia formosa en Eretmocerus eremicus, zijn ongelooflijk effectief om witte vlieg tegen te gaan.
  • Reflecterende mulch: zilverkleurige of UV-reflecterende mulch kan witte vliegen afschrikken in je tuin(kas).
  • UV-werende folie: het afdekken van een tuinkas met UV-absorberend plastic werkt bij witte vlieg verstorend op het oriëntatievermogen en vermindert daarmee de virusoverdracht.

Is de kweekruimte zwaar geïnfecteerd? Dan is het aan te raden om de boel stil te leggen en een grondige schoonmaak te houden:

  • Verwijder al het plantaardig materiaal en organisch afval.
  • Vernevel insectendodende middelen in de geïnfecteerde ruimte.
  • Maak alle oppervlakken, kanalen en gereedschappen goed schoon.
  • Wacht een tijd voordat je je volgende kweek opstart, zodat een eventueel nog aanwezige vectorpopulatie geen kans heeft om te overleven.

De rol van witte vlieg in de overdracht van CCYV

Cannabisplanten met reageerbuis en witte vliegen op groene achtergrond, tonen CCYV-overdrachtproces.

Witte vliegen zijn essentieel voor de overdracht van CCYV. De biologie van de witte vlieg maakt het insect bijzonder effectief in de verspreiding van het virus. Dat heeft alles te maken met:

  • Voedingsgedrag: witte vliegen penetreren het plantweefsel om het sap uit de bladeren te zuigen. Daarbij kunnen ze CCYV overdragen vanuit hun voordarm naar het floëem van de plant.
  • Hoge voortplantingssnelheid en snelle groei: een vrouwelijke witte vlieg kan in haar leven meer dan 300 eitjes leggen, meestal aan de onderkant van de bladeren. De eitjes van witte vlieg kunnen zich in slechts 18 dagen ontwikkelen tot volwassen vliegen.
  • Gastheerbereik: witte vliegen eten honderden plantensoorten, waaronder veel onkruid. Dat maakt de bestrijding ervan enorm lastig, vooral als je buiten kweekt.

Om de overdracht van CCYV effectief te verstoren, is een langetermijnaanpak nodig en moet je proactief te werk gaan. Het volgende is daarbij belangrijk:

  • Kijk goed naar eitjes en nimfen, dus niet alleen volwassen vliegjes.
  • Gebruik entomopathogene schimmels zoals Isaria fumosorosea en Beauveria bassiana om de ontwikkeling van larven te voorkomen.
  • Vermijd niet-specifieke insecticiden die ook nuttige insecten doden.
  • Gebruik gele vangplaten om de populatie te monitoren, maar niet als enige vorm van bestrijding.
  • Maak in kassen gebruik van gaas en, indien mogelijk, sluizen.

Hoe eerder je witte vlieg identificeert en onder controle hebt, hoe minder kans dat CCYV voet aan de grond krijgt in je wietkweek.

Toekomstperspectief: kan CCYV een blijvend probleem worden voor de wietteelt?

CCYV lijkt zich wereldwijd te verspreiden en wiet wordt in steeds meer landen gelegaliseerd. Daarmee bestaat er een reële kans dat het virus een toenemende dreiging voor cannabisteelt wordt. Klimatologische ontwikkelingen maken de omstandigheden op veel plaatsen gunstig voor witte vlieg, vooral in gematigde klimaatregio's. En door een toename in gesloten teeltsystemen zijn er steeds meer omgevingen die het hele jaar door vatbaar zijn voor een hoge plaagdruk.

Gelukkig verschijnen er ook meer nieuwe oplossingen die veelbelovend lijken in de strijd tegen de verspreiding van CCYV in de cannabisindustrie. In de eerste plaats blijven cannabisbreeders constant werken aan de ontwikkeling van soorten met een hogere weerstand tegen virale infecties. Bovendien maken AI en automatisering nieuwe vormen van ongediertebestrijding en gewasbescherming mogelijk. En naarmate wiet wereldwijd meer en meer geaccepteerd wordt, komt er strikter toezicht op het transport van planten en teeltpraktijken. Hierdoor blijft het gevaar van infecties met CCYV mogelijk binnen de perken. Tot slot zullen geavanceerde agrarische analyses bijdragen aan snellere detectie van viraal RNA in (wiet)planten.

Momenteel blijft CCYV een bekend probleem, waar geen wondermiddel voor bestaat. Maar hoewel is aangetoond dat het virus ook cannabis kan infecteren, is dit nog niet op een natuurlijke manier voorgekomen. Het is dus nog geen acute bedreiging voor de wietteelt. Toch kan dit in de toekomst veranderen. Daarom is het belangrijk dat je alert blijft en over de juiste kennis beschikt om je planten veilig en gezond te houden.

Disclaimer:
Deze content is alleen bedoeld voor educatieve doeleinden. De verstrekte informatie is afkomstig uit onderzoek dat is verzameld vanuit externe bronnen.